Ambulante trajectondersteuning zette Caro in haar kracht!
Caro is 55 jaar, woont samen met haar zoon (18) en dochter (20.) Caro krijgt ambulante ondersteuning van WMO Maatwerk en heeft een betaalde baan als verkoopmedewerker in een warenhuis.
Caro: ‘Een paar jaar geleden is mijn man plotseling overleden. Dat was heftig, maar ik dacht: even twee jaar door-bikkelen, ik kan dit, het lukt me wel. Maar toen viel ik in gat. Ik zag het echt niet meer zitten. De mensen om me heen zagen me afglijden en toen zelfs de huisarts tegen me zei dat ik me ziek moest melden op mijn werk heb ik dat gedaan.
Naast het feit dat ik mijn man natuurlijk enorm miste (en mis), ik kwam er ook achter dat hij werkelijk alles in- en om het huis deed. En ook dat viel me zwaar. Ik heb enorme moeite om stappen te nemen, om instanties te bellen, om formulieren in te vullen. Ik ben heel bang dat ik iets fout doe. Ik denk dan: het komt later wel, maar het komt natuurlijk niet.
En ja, toen liep het de spuigaten uit.
Tijdens een intakegesprek met een psycholoog kwamen we erachter dat ik bij een psycholoog niet op mijn plek was. Mijn maatschappelijk werkster heeft toen de gemeente gebeld en geregeld dat ik ambulante ondersteuning kreeg. En dat is mijn redding!
Mijn trajectondersteuner helpt me met stappen die ik zelf niet durf te zetten. Eerst liet ik alles door haar doen, maar opeens zei mijn trajectondersteuner: ‘Caro, nu klap je je laptop open en ga je het zelf doen, want je kunt het gewoon’. Dat is ook wat ik nodig heb om stappen te leren zetten.
Naast het feit dat ik het moeilijk vind om dingen te regelen heb ik ook enorme verzamelwoede (hoarding) ontwikkeld. Vanaf het moment dat mijn man overleed ben ik begonnen met dingen verzamelen. Ik was constant bezig met het feit dat als mijn kinderen de leeftijd van 18 jaar zouden bereiken, ik dan geen toeslagen meer zou krijgen en ik het dan financieel niet zou redden. In mijn huis ben ik de gekste dingen op gaan slaan: behang, verf, tafeltjes, kleden, kasten vol shampoo je kunt het zo gek niet bedenken of ik heb het staan. Ik dacht steeds: straks heb ik het nodig.
En toen kon ik het niet meer kwijt.
Het gaat met ups en downs. Laatst was het gelukt om een kamertje op te ruimen. Toen kwam mijn trajectondersteuner binnen en zei ze: ‘Caro! Ik kan hier nu lopen, wat goed!’ Dat geeft me dan wel een goed gevoel. Het maakt me trots.
Ook in de opvoeding van mijn kinderen helpen ze me. Ik vind het lastig om mijn grenzen aan te geven bij mijn kinderen. Ik gun ze zoveel, en het is moeilijk voor mij om nee tegen ze te zeggen. Ook dat gaat steeds beter. ‘Nee is nee’, heb ik geleerd. En hoewel dat soms nog steeds moeilijk is, het gaat steeds beter.
Ik heb de afgelopen jaren wel aardig wat trajectondersteuners gehad hoor, maar het zijn allemaal leuke meiden. De een is anders dan de ander en dan denk ik: Ohja, die kijkt er zo tegenaan, en zo kan het ook, ik heb daar geen moeite mee, ik vind dat juist wel leuk. Het enige wat er lastig aan is, is dat ik elke keer mijn verhaal weer moet vertellen. Nu komt er binnenkort weer een nieuwe trajectondersteuner. Maar ik kijk er naar uit. Misschien hoef ik dit keer mijn verhaal niet zo uitgebreid te vertellen: zeg ik gewoon dat ze dit stukje moet lezen, haha!”
In dit bericht is gebruikgemaakt van een fictieve naam.
Plaats een Reactie
Meepraten?Draag gerust bij!