WMO Maatwerk is zo divers en daarom de rubriek “Maatwerk geeft door”. Hier lees je zo nu en dan een bijdrage van iemand die ondersteuning krijgt óf ondersteuning biedt. Deze week: Gerard. Gerard is 54 jaar, woont in Voorburg en krijgt ondersteuning van WMO Maatwerk.
“Sinds een jaar woon ik in mijn nieuwe, opgeknapte huurappartement in Voorburg. Het is precies groot genoeg voor mij, ik kan elke dag op de fiets naar mijn werk en doordat het niet zo groot is kan ik het goed bijhouden.
Ik heb als kind regulier onderwijs gevolgd. Toen ik 28 jaar was bleek iemand in mijn familie het fragiele-X-syndroom (een erfelijke aandoening die gepaard gaat met een verstandelijke handicap en autisme) te hebben en heb ik me hier ook op laten testen. Ik bleek het ook te hebben. Niet dat er iets veranderde, het enige wat ik toen kon verklaren was waarom ik zo achterlijk goed kon rekenen haha!
In de jaren ’90 ging het mis. Ik kreeg schulden doordat ik een gokprobleem had. Ik speelde altijd op gokkasten. In het begin viel dat wel mee, maar ik ging er steeds meer in gooien.
Ik woonde in een koophuis, samen met mijn ex. Ook zij verstopte rekeningen die niet betaald werden en toen mijn ex en ik uit elkaar gingen bleef ik achter met heel veel schulden omdat ik alleen in een huis woonde wat ik natuurlijk niet meer kon betalen. Aan die periode wil ik eigenlijk niet meer terugdenken, er is zoveel gebeurd. Het huis liet ik volledig vervuilen, alles was vies, kapot en er lagen overal spullen. Als mijn familie binnenkwam schaamde ik me voor wat ze zagen.
Vraag me niet hoe het gebeurde, maar opeens had ik een begeleider en binnen een paar weken werkte ik bij de Binnenbaan. Een sociaal werkbedrijf voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. Ik doe hier inpakwerk, werk wat misschien te simpel voor mij is, maar ik ben er heel erg blij mee. Het geeft me rust, ik weet waar ik aan toe ben, ik heb een stabiel inkomen en het is vijf minuten fietsen!
Mijn begeleider heeft er ook voor gezorgd dat ik een bewindvoerder kreeg. Dat was wat hoor, om naar de rechtbank te gaan met mijn ouders en mijn zussen. Ik voelde me schuldig dat ik mijn familie opzadelde met mijn problemen. Mijn ouders zijn zelf ook niet de jongsten meer dus die konden ook niet meer alles voor me doen.
Sinds ik bewindvoering heb krijg ik 50 euro weekgeld. Dit is weinig maar ik red het prima. Alles om zo snel mogelijk van de schulden af te zijn. Ik reken aan het begin van de week uit wat ik koop en kom precies uit. Ik probeer weleens wat over te houden, dit stop ik dan in een spaarpotje, dat geeft me een goed gevoel.
Mijn bewindvoerder ging direct aan de slag met mijn schulden en mijn begeleider heeft ervoor gezorgd dat het enige blok aan mijn been: het huis, verkocht kon worden. Dit was helaas wel met verlies maar zoals het er nu naar uitziet kan ik binnenkort de laatste schuld afbetalen aan mijn zus en dan ben ik na jaren schuldenvrij.
In mijn huurappartement ben ik erg gelukkig. Omdat ik mijn vorige huis zo heb laten vervuilen was ik heel erg blij dat ik vorig jaar daar letterlijk de deur achter me dicht kon trekken. Mijn zwager heeft het allemaal opgeknapt. Met mijn begeleider heb ik spullen ingepakt, met mijn zwager een neefjes alles verhuisd naar mijn nieuwe huis.
Zonder mijn familie en ambulante begeleiding zat ik waarschijnlijk nu nog in dat vieze huis me ongelukkig te voelen denk ik. Het is voor mijn familie ook heel zwaar geweest. Maar nu kijk ik weer positief naar de toekomst. Begeleiding heb ik nog steeds, maar niet zo intensief meer. Ik leer van mijn begeleider leuke gerechten te maken en als ik straks geen schulden meer heb wil ik misschien wel weer eens een klein autootje ofzo. Maar dat overleg ik tegen die tijd wel weer. Gelukkig denken zowel mijn begeleider als mijn bewindvoerder goed met me mee. De dingen die ik simpelweg niet kan, daar word ik in begeleid en geholpen en zo kan ik toch zelfstandig blijven wonen ondanks mijn beperkingen.
Ik hoop dat dit stuk een steun kan zijn voor andere mensen.”